Davy Klaassen zette het Nederlands Elftal tegen Turkije al na 54 seconden op voorsprong. Razendsnel, maar ten minste zeven keer ging het nog sneller.
Sinds het jaar 2000 scoorden alleen Phillip Cocu (in 2005) en Memphis Depay (2019) sneller dan Klaassen dinsdagavond in de Johan Cruijff Arena. Cocu had tegen Roemenië slechts 38 tellen nodig: de vroegste Oranje-goal van deze eeuw. Het record staat op naam van Tonny van der Linden, die op 16 mei 1962 precies een halve minuut nodig had om tegen Noorwegen raak te schieten.
In de 828 interlands die het Nederlands elftal sinds de allereerste in 1905, scoorde het vijftien keer in de eerste minuut. De primeur had Nol van Berckel op 28 april 1912 tegen België. Helaas is niet meer exact te reconstrueren na hoeveel seconden de bal over de lijn ging. Datzelfde geldt ook voor de treffer van Leo Bosschart (1913), Wim Roetert (1923), Wout Buitenweg (1925), Beb Bakhuijs (1935), Gerard van Leur (1938) en Faas Wilkes (1948). Extra bijzonder is de prestatie van Roetert en Van Leur: zij maakten hun snelle doelpunt in hun debuutwedstrijd.
De enige die het lukte om twee keer in de eerste minuut te scoren is John Bosman, onder meer in de beruchte bomwedstrijd tegen Cyprus in 1987.
In de onderstaande lijst zijn alleen de treffers opgenomen waarvan is vastgesteld na hoeveel seconden ze zijn gemaakt. Tot en met 1948 - Wilkes tegen Ierland op de Olympische Spelen - is dat niet meer na te gaan.