Bas Dost heeft zich op 19 november gevoegd bij de elite van de Nederlandse topschutters. Die dag maakte hij tegen KV Mechelen zijn tweehonderdste doelpunt op het hoogste competitieniveau en trad daarmee toe tot een exclusieve Club van 16.
Het was voor Dost zijn veertiende treffer in de Belgische Eerste Klasse, allemaal in dienst van Club Brugge. Zijn eerste doelpunt in de Eredivisie maakt hij in het seizoen 2008/09 namens Heracles Almelo. Dost was niet vanaf het begin een renderende spits, want dat eerste jaar stokte de teller op drie, hoewel hij in 27 wedstrijden binnen de lijnen kwam. Het seizoen erna kwam hij op stoom (14), waarna een transfer volgde naar SC Heerenveen, waar hij zijn reputatie als goalgetter vestigde. Met 32 doelpunten werd hij in 2011/12 topscorer van de Eredivisie.
Dat leverde Dost een contract op bij VfL Wolfsburg. In de Bundesliga maakte hij er voor die club 36, later in zijn loopbaan aangevuld met twaalf bij Eintracht Frankfurt. Tussendoor manifesteerde hij zich als artilheiro bij Sporting Lissabon: 76 treffers in 84 wedstrijden. Het leverde hem in 2016/17 onder meer de topscorerstitel van de Primeira Liga op.
Op de simpele quizvraag 'Welke Nederlander maakte de meeste doelpunten op het hoogste competitieniveau' is het verleidelijk om meteen te antwoorden met 'Willy van der Kuijlen'. De PSV'er is met 311 goals immers topscorer aller tijden van de Eredivisie, maar hij moet zijn meerdere erkennen in Ruud Geels. Niet in de Eredivisie, want daarin blijft Van der Kuijlen met 46 doelpunten meer de nummer twee ruim voor. Het verschil zit in de drie seizoenen die de geboren Haarlemmer in de Belgische Eerste Klasse speelde bij Club Brugge en Anderlecht. Dat leverde Geels 58 treffers op, hetgeen zijn totaal brengt op 318. In Nederland speelde hij voor Telstar, Feyenoord, Go Ahead Eagles, Ajax, Sparta, PSV en NAC.
Om topscorers in de diverse landen met elkaar te kunnen vergelijken, stelde de Internationale Federatie van Voetbalhistorici en -statistici eind vorige eeuw voor om alleen doelpunten in enkelvoudige competities om het landskampioenschap mee te tellen. Simpel gezegd: voor Nederland betekent dat dat alle prestaties voor het invoeren van de Eredivisie in 1956 zijn genegeerd. De kampioenscompetities die destijds gebruikelijk waren zijn wel meegeteld, maar zelfs de meest productieve speler in die barrages (Abe Lenstra, 71 doelpunten) komt bij lange na niet aan de grens van tweehonderd, die de IFFHS voor publicatie stelde. De onderstaande zestien Nederlanders hebben aan die eis wel voldaan: