Als half januari de competitie wordt hervat, zijn PSV, Ajax en Feyenoord de belangrijkste kandidaten voor een plaats in de top drie van de eindrangschikking. Historisch gezien lijkt dat logisch, maar in de 65 voorgaande Eredivisie-seizoenen gebeurde het vaker niet dan wel dat de traditieclubs de top 3 vormden.
De ranglijst aller tijden van de Eredivisie laat er geen twijfel over bestaan: Ajax, PSV en Feyenoord - in die volgorde - zijn de meest succesvolle clubs. Toch is het geen vanzelfsprekendheid dat deze grootmachten ook de bovenste drie posities van de eindstand per jaar bezetten. Sterker: in de voorgaande 65 seizoenen, kwam het 23 keer voor dat PSV, Ajax en Feyenoord gedrieën de dienst uitmaakten, oftewel 35%.
De meeste voorkomende combinaties zijn: 1. Ajax - 2. PSV - 3. Feyenoord en 1. Ajax - 2. Feyenoord -3. PSV. Beide kwamen zes keer voor, gevolgd door 1. PSV - 2. Ajax - 3. Feyenoord (vijf keer).
AZ, voorheen met het toevoegsel '67, verstoorde het feestje dertien keer door een plaats in de top 3 op te eisen. Ook FC Twente zat de elite vaak dwars: twaalf keer wurmde de club zich tussen de topclubs. Tellen we ook SC Enschede mee, dat in 1965 opging in de nieuwe Twentse fusieclub, dan komen de Tukkers zelfs op vijftien interventies.
Slechts één keer slaagden de overige clubs er in om Ajax, PSV en Feyenoord te veroordelen tot de subtop. In 1958/59 werd Sparta landskampioen, Rapid JC tweede en legde Fortuna '54 beslag op de derde plaats.