Toen Thijs Kwakkernaat namens Excelsior op 16 mei 1971 scoorde tegen ADO, had niemand kunnen bedenken dat zijn club de eerstvolgende 1.045 minuten niet in staat zou zijn om een doelpunt te fabriceren. Ruim zeventien uur! Het is een Eredivisie-record dat niet snel zal sneuvelen.
Het historische gebrek aan aanvalskracht duurde elf competitiewedstrijden lang: de laatste drie van het seizoen 1970/71 en de eerste acht van 1971/72. Na die acht duels had Excelsior drie punten bijeen gesprokkeld, met de doelcijfers 0-7.
Vooral de vaste bezoeker van Woudestein had het ongekend zwaar. In deze periode kregen de fans van de thuisclub vijf partijen voorgeschoteld: vier daarvan eindigden in 0-0, tegen Telstar werd het 0-1.
De droevige serie kwam op 17 oktober 1971 ten einde, al moesten de Rotterdammers er wel ver voor van huis. In het Oosterpark was het tegen FC Groningen na zes minuten raak toen Jan Coenen scoorde. Sterker nog: hij maakte er zeventien minuten later nog één en het hek was helemaal van de dam toen Reinier van der Vaart na ruim een half uur spelen voor nummer drie zorgde. In 32 minuten drie doelpunten! Dat was evenveel als in de achttien wedstrijden daarvoor.