Op 2 augustus wordt Leo Beenhakker 80 jaar. Dat is een mooie gelegenheid om zijn loopbaan in cijfers te vangen, van het eerste begin bij Veendam in 1968 tot zijn laatste karwei, als bondscoach van Polen in 2009.
Het zijn uiteindelijk 1.132 wedstrijden geworden waarin hij als hoofdverantwoordelijke in de dug-out zat. De perioden waarin hij adviseur, technisch directeur of anderszins zich bemoeide met het beleid van een club, zijn niet meegerekend in de onderstaande tabellen.
De lange loopbaan als coach begint voor Leo Beenhakker op zondag 25 augustus 1968 met een thuiswedstrijd van Veendam tegen Haarlem. Het is het debuut van de Groningers in de Eerste Divisie. Het Algemeen Handelsblad schetst de wedstrijd als een vertoning met veel geweld en weinig goed voetbal. De naam van Veendammer Jetze Pascal verdwijnt in het notitieboekje van scheidsrechter Klopper wegens natrappen, maar dat is kennelijk onvoldoende om hem uit het veld te sturen. Veendam wint met 3-2, de carrière van Leo Beenhakker in het (semi-)professionele voetbal is begonnen.
In de 31 jaren die volgen op die onstuimige middag tegen Haarlem dient de Rotterdammer dertien clubs in vijf landen en is hij bondscoach van Nederland, Saudi-Arabië, Trinidad & Tobago en Polen. Zijn meest succesvolle en tevens langste tijd beleeft hij bij Real Madrid. Van de 214 wedstrijden op de bank ziet hij zijn team 133 in winst omzetten, 62,1%. Ook bij Ajax, Grasshoppers en Feyenoord zijn de winstcijfers prima. Bij Saudië-Arabië en Istanbulspor zal Beenhakker daarentegen niet de Hall of Fame halen. De Saudi's, met wie hij dacht naar het WK 1994 in de Verenigde Staten te gaan, hebben na vier wedstrijden al genoeg van hem en in Istanbul lukt het niet om meer dan één zege te boeken in de acht duels die hem en zijn assistent Fritz Korbach zijn gegund. 'Ook na vier maanden kon ik niet met de spelers communiceren', zuchtte Beenhakker bij zijn afscheid van de Turkse club. De woorden van de taalvirtuoos vielen in Istanbul in dorre aarde.
En dat Beenhakker als speler niet verder kwam dan de amateurs van Zwart-Wit '28? Dat was geen belemmering om de top te halen. In zijn eigen woorden heet dat zo: om een goede melkboer te zijn, hoef je geen koe te zijn geweest.